Sinds kort geef ik, via de Franse KvK, Nederlandse les aan medewerkers in het toerisme Via via kreeg ik op een donderdag de vacature en na een telefoontje op vrijdag was ik aangenomen om de dinsdag er op te beginnen. Materiaal daar moest ik zelf voor zorgen; Help! Nu heb ik hier al een paar keer Engelse les gegeven dus weet wel wat de opbouw van de lessen moet zijn. Rest het materiaal te vinden, wat via een paar contacten en internet gelukkig snel voor elkaar was.
Ik heb nu vijf lessen gegeven en het is erg leuk. Naast de standaard onderwerpen zoals gramatica, woordenschat en conversatie, hebben we het ook veel over de Nederlandse en Belgische cultuur. ‘Die Nederlanders en belgen zeggen de hele dag gedag!’ Daar kijken ze raar tegenaan, want Fransen doen dat niet. Die zeggen één keer bonjour, komen ze iemand dan weer tegen dan doen ze het af met een knikje of zeggen eventueel re-bonjour. Helemaal een dilemma dus als je iemand voor een derde keer tegenkomt, want wat dan. Ach dan kan je altijd nog je hoofd wegdraaien….. Ons ‘dag’ speelt Nederlanders zelf ook parten, want wanneer we weg gaan, vertalen we dat in Frankrijk in ‘bonjour’ net als bonjour bij de eerste begroeting, maar dat is dus niet goed. Een Fransman zegt geen ‘dag’ als hij weg gaat, hij zegt alleen ‘au revoir’ of te wel tot ziens. Zo ontstaan er dus makkelijk misverstanden.
Afgelopen week kreeg ik tijdens het oefenen van de uitspraak de vraag: Sommigen nederlandstaligen zeggen ‘zijn’, maar andere zeggen ‘sein’? En fakansie ipv vakantie? Natuurlijk heb ik netjes uitgelegd dat dat lokaal dialect is (pfff), maar voor een Fransman is dat moeilijk te begrijpen. Ze zijn in hun eigen taal heel strict: een ‘v’ is een ‘v’ en een ‘f’ is een ‘f’ en dat is nou net waar ik zelf in de Franse taal over stuikel. Ik ben net zo slordig met de Franse ‘v’ en ‘f’ als de Nederlandse. Het ergste is nog dat ze me gewoon echt niet begrijpen wanneer ik die nuance niet aanbreng en voor beiden de ‘f’ gebruik. Maar ja wat wil je ook de ‘v’ spreek je uit als een ‘w’ in het Frans.
Trouwens waarom is het de grote boom, een grote boom, een groot kind en het grote kind? Waarom de ene keer een ‘e’ en de andere keer niet? Ah je steekt nog eens wat op als je Nederlandse les geeft.